Willem Anthony
Het bestuursorgaan merk besluit A aan als het besluit waartegen het bezwaar is gericht en verklaard bij besluit B het bezwaar niet-ontvankelijk. De rechtbank vernietigd besluit B omdat het bestuursorgaan onterecht besluit A, dat overigens omkleed is met bepalingen van een toen nog niet bestaande Awb, heeft aangemerkt als het besluit waartegen bezwaar is gemaakt.
Voor toepassing van art 8:72, lid 3, Awb, ten einde verdere procedures te voorkomen, wordt "besluit C" door de rechtbank aangemerkt als "het besluit" waartegen het besluit is gericht en beoordeeld dat "besluit C" dan ook niet aan te merken is als een besluit in de zin van art. 1:3, lid 1, Awb. De rechtbank is van oordeel dat het bestuursorgaan terecht het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard, zij het op een onjuiste grond. "Besluit C" was geen objecht van het beroep. Dit brengt toch een tegenstrijd met zich mee? Het bestuursorgaan heeft zelf gekozen voor besluit A. Mag de rechtbank toch "besluit C" toetsen voor toepassing van art 8:72, lid 3, Awb of was het eerst de taak van het bestuursorgaan "besluit C" ter zake het bewaar te toetsen?